1. Hoe zie jij de toekomst voor je als agrarisch ondernemer?
“Het zijn turbulente tijden. Ik verwacht dat dit niet snel zal veranderen. We moeten zien te overleven en zorgen dat we – binnen alle regels die op ons afkomen – blijven ondernemen. Zorg ervoor dat je als ondernemer altijd een keus hebt. Je moet een beetje geluk hebben, maar dan zijn er zeker nog kansen.”
2. Vanuit een traditioneel familiebedrijf hebben jullie de stap gezet naar directe verkoop aan consumenten. Wat gaf hiervoor de doorslag?
“Zeven jaar geleden maakte ik de keuze om het vlees van onze melkkoeien lokaal te gaan verkopen aan consumenten. Naast dat ik de burger dichter bij de boer wilde brengen, was het idee om onze koeien in de laatste fase van hun leven een podium te geven door het vlees te verkopen aan mensen die meer stil staan bij de kwaliteit van het leven van de koe. Ik heb mijn visie op mijn toekomstige bedrijfsvoering kort op papier gezet en toen besloten dat schaalvergroting geen doel op zich hoeft te zijn. In plaats daarvan wil ik de uitdaging vinden in het verbeteren van het rendement van het bedrijf met dezelfde veestapel.”
3. Bedrijfsopvolging in agrarische bedrijven is in Nederland een groot probleem. Uit cijfers van het CBS blijkt dat maar 41% van de agrarische bedrijven een bedrijfsopvolger heeft. Zie jij dit ook en waar liggen volgens jou de knelpunten?
“In vergelijking met andere regio’s is het volgens mij met de bedrijfopvolging in Noord-Holland nog niet eens zo slecht gesteld. Mooi om te zien hoeveel jonge boeren er nog zin in hebben. Maar als we niet oppassen, bestaat het gevaar dat we een groot deel van deze groep binnen afzienbare tijd kwijtraken. Dat kan verschillende redenen hebben. De voornaamste is wet- en regelgeving, maar ook de locatie van een bedrijf kan reden zijn om af te haken – zeker als je kijkt naar de stikstofplannen – net als de financiering.”
4. Eens of niet eens: Het ontbreekt veel jonge boeren en tuinders aan duidelijk toekomstperspectief.
“Eens. Een langjarig toekomstperspectief – dan bedoel ik voor tenminste 10 tot 15 jaar – kan ervoor zorgen dat agrarisch ondernemers weer durven ondernemen en innoveren. Dat ze minder snel emigreren en boer willen blijven. Realiseer je wel dat er jaarlijks 500 boeren stoppen! Het is een snel krimpende groep, die wel onmisbaar is voor de voedselketen en het landschapsbeheer. Boer word je niet, dat ben je.”
5. Wat is de belangrijkste boodschap die je wilt vertellen aan overheid, bestuurders en politiek?
“Zorg voor een langjarig perspectief. En zie de agrarische sector als een oplossing, niet als een bedreiging.”
Meepraten over de toekomst van de agrisector?
Bekijk hier het programma van de GreenportNHN conferentie en meld je aan!