“Stevig, maar niet te stevig”, noemen Rian van Dam, programmamanager Greenport NHN, en André Hoogendijk, adjunct-directeur KAVB, de ambities met project Vitale Teelt. “Maar we hebben als sector niet zo veel te kiezen. We raken klem tussen eisen en regels van retailers en overheden binnen en buiten Europa en hebben steeds minder chemische middelen beschikbaar. De sector is groot in Nederland, maar klein op wereldschaal. Willen we onze license to produce behouden, dan moeten we zichtbaar stappen maken.”
Veredelingstechnieken
“We hebben deze ambities geformuleerd en ze besproken met maatschappelijke organisaties en overheden. Nu maken we de thema’s concreet in werkplannen voor vijf jaar. Natuurlijk zijn dit stevige ambities, maar kwekers en broeiers zaten de afgelopen jaren niet stil. Er is al veel gebeurd en er is momenteel veel gaande, binnen en buiten het vak, waar de bollensector bij kan aanhaken. Zoals toepassing van precisielandbouwtechnieken of nieuwe, op duurzaamheid gerichte veredelingstechnieken.
Onze ambities krijgen de nodige spin-offs. Zo financiert het ministerie van LNV zes ton mee in het project Vitale Teelt Lelies (vergroening leliekwekerij). Onlangs keurde de NVO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek) een onderzoeksproject goed, dat op zoek gaat naar de ‘contactsleutel’ tot snellere groei van tulpenbollen. Onze kennis omtrent merkertechnieken groeit en onlangs is het genoom van de tulp ontrafeld. Allemaal nieuwe vergroeningsmogelijkheden.”
Duurzaamheidsspagaat
“Vitale Teelt is geworteld in het vak. Samen moeten we uit de duurzaamheidsspagaat. Uiteindelijk moet de ondernemer weer baas op eigen erf kunnen worden. In de wetenschap, dat zijn onderneming de omgeving en de samenleving geen schade berokkend. Mensen vragen ons: is dit realistisch. Maar hoe realistisch is het om in die spagaat te blijven? Als we terugkijken op wat de sector de afgelopen decennia allemaal heeft gepresteerd, dan mogen we best optimistisch zijn over ons vermogen om de toekomst groen te maken.”