Waar tot vijf jaar geleden regelmatig sceptisch werd gereageerd op ideeën van teelt op water, kun je er langzamerhand niet meer omheen. Experimenten zijn niet langer probeersels, maar gedegen onderzoeken en ideeën zijn geen hersenspinsels meer maar volledige concepten. Teelt op water ís er gewoon. Jan Botman: “De techniek van teelt op water greep mij jaren geleden aan en het heeft me niet meer losgelaten. Ik heb zo’n twintig jaar als exporteur van groente gewerkt, met name richting overzees gebied. Uiteindelijk wilde ik wat anders doen. Ik las over het programma Teelt de Grond Uit van Wageningen UR. Binnen dit programma worden teeltsystemen voor de vollegrondstuinbouw ontwikkeld die voldoen aan Europese regelgeving voor waterkwaliteit, onder andere in samenwerking met Proeftuin Zwaagdijk. Ik nam contact op en stapte aan boord als ondernemer. In de tussentijd was ik al betrokken bij een programma van prei op water bij het proefbedrijf van Praktijkonderzoek Plant & Omgeving in Vredepeel. Uiteindelijk ben ik in 2012 serieus aan de slag gegaan.”
Subklimaat op gewasniveau
“Proeftuin Zwaagdijk voert uitvoerend onderzoek uit en ik ontwikkelde het systeem van Botman Hydroponics: een goede combinatie. Het mooie is dat de doorontwikkeling van het systeem gelijk loopt met de proeven die worden gedaan. Veel andere systemen van teelt op water werken met bijvoorbeeld piepschuim. Ik wilde per se dat de materialen van mijn systeem honderd procent voedselveilig zouden zijn, daarom heb ik gekozen voor kunststof. In 2013 maakte ik het eerste model van de Botman Drijverbak, te gebruiken voor zowel bladgewassen als sierteeltgewassen.”
Na meerdere jaren van proeven en onderzoek krijgt Botman steeds dieper inzicht in hoe het systeem werkt en hoe gewassen optimaal kunnen groeien. “Het mooie aan kunststof is dat het temperatuur door laat: het werkt niet isolerend. In tegenstelling tot wat weleens gedacht wordt, biedt dit juist grote voordelen. Het water waarop de bak drijft kan hierdoor fungeren als een vorm van vloerverwarming – of juist als koeling. Hierdoor kunnen we een subklimaat op gewasniveau creëren, zonder dat de complete ruimte een bepaalde temperatuur hoeft te krijgen: harstikke duurzaam. Via dit systeem blijven er ook helemaal geen restanten over. Het kunststof kan gerecycled worden en de kommetjes waarin de plantjes worden opgekweekt zijn biologisch afbreekbaar. Alle onderdelen zijn tot in de puntjes uitgedacht om een zo efficiënt mogelijk resultaat te kunnen behalen.”
Zuurstofrijk water
Iets anders is het idee dat de hoeveelheid zuurstof in het water niet echt van belang was: het tegendeel blijkt waar. “De aanwezigheid van zuurstof is juist heel belangrijk voor de opname van nutriënten door het gewas. Het beluchten en stroming van het nutriëntenwater (water met voedingsstoffen) gebeurt door een door onszelf ontwikkelde ontwikkelde flow-aerator. Met de flow-aerator kunnen we enorme hoeveelheden water beluchten en verplaatsen met heel weinig energie.”
Ondertussen wordt dit systeem al drie jaar onderzocht. Botman: “Alle resultaten wijzen uit dat we de juiste richting zijn ingeslagen. In zuurstofarm water hebben ziekmakers bovendien veel meer kans om toe te slaan en dat is één van de grootste risico’s van teelt op water: als het misgaat, dan verspreidt zo’n bacterie en/ of schimmel zich vanzelfsprekend razendsnel door het water. Dus moet je ervoor zorgen dat het niet mis kan gaan. Dat lukt nu, probleemloos. De volgende stap is om de watertemperatuur elektrisch aan te sturen via een warmtepomp voor zowel verwarmen als koelen. Inmiddels ben ik er tien jaar mee bezig, maar voor mijn gevoel gaat het nu pas beginnen. De echte productie gaat worden gestart, daar kijk ik erg naar uit. Ja, het kost ontzettend veel tijd en aandacht om elke stap uit te denken. Ik sta ermee op en ik ga ermee naar bed. Maar wel met een glimlach.”
LivingLab
Vanuit LivingLab EVERGREEN heeft Botman voor het Clusius Lab, de praktijkleervoorziening van het Clusius College in Hoorn, een testopstelling gemaakt. “Hiermee kunnen studenten proeven doen in opdracht van ondernemers. Zelf faciliteer ik het hydroponics-systeem die studenten kunnen gebruiken voor het vinden van een antwoord op uiteenlopende onderzoeksvragen. Kijk, het systeem draagt mijn naam, maar ik kan het natuurlijk niet allemaal alleen. Ik werk dan ook dankbaar samen met bedrijven en mensen. Studenten kunnen waardevolle bijdragen leveren door kleinere, heel concrete onderzoeken uit te voeren, bijvoorbeeld het doorrekenen van het werken met warmtepompen of door een idee voor ondersteuning van de stelen van chrysanten te onderzoeken; doordat ze natuurlijk de hoogte in gaan is gewasondersteuning gewenst. En ook al lijken sommige onderzoeken niet zo heel belangrijk, vaak zijn ze toch echt gewoon harstikke noodzakelijk om weer een stap verder te komen. Ik kan me voorstellen dat het leuk is als je daar als student aan kunt bijdragen.”