Het onderzoek richtte zich op de correlaties tussen groeicondities en de aanwezigheid van de koolgalmug, een veelvoorkomende plaag. Uit de gegevens bleek dat er significante correlaties zijn tussen het aantal koolgalmuggen en omgevingsfactoren zoals dauwpunt, natte bol temperatuur, en de temperatuur gemeten door weerstations van telers. De correlaties waren het sterkst1 tot 3 drie dagen voor het tellen van de muggen, maar niet significant een week van tevoren.
Naast de correlatiestudies omvat het rapport uitgebreide grafieken met maandelijkse gemiddelden van dauwpunt, luchtvochtigheid, neerslag, temperatuur en bladnat per dag, gemeten door veertien sensoren verspreid over verschillende locaties en beheerd door diverse telers. Deze bevindingen bieden telers waardevolle informatie om de omstandigheden voor de teelt van bloemkool en broccoli te optimaliseren en plaagbestrijding efficiënter aan te pakken. De complete dataset is beschikbaar voor verdere analyse, wat toekomstig onderzoek naar specifieke variabelen mogelijk maakt.